Auteur van het jaar: Kore-eda Hirokazu

Diepe emoties zonder opgeklopt drama

Joost Broeren-Huitenga

Al jaren werd regisseur Kore-eda Hirokazu (Tokio, 1962) door critici enthousiast aangeprezen als 'de kleinzoon van Ozu'. Inderdaad treedt de Japanse filmmaker met zijn intieme familiedrama's in de voetsporen van zijn landgenoot – al is dat ook een wat beperkte blik op Kore-eda's uiteenlopende oeuvre. De vergelijking met Ozu is dan ook een compliment dat Kore-eda in interviews nu eens glimlachend in ontvangst neemt en dan weer tegenspreekt of nuanceert: hij voelt zich eerder verwant met Mikio Naruse of de Britse sociaal-realist Ken Loach.

Maar met shoplifters, winnaar van de Gouden Palm op het Filmfestival Cannes 2018, zette Kore-eda zichzelf inmiddels misschien wel op gelijke voet met dat rijtje grote namen. Hij mag inmiddels zelf een grootmeester genoemd worden. Wat dat betreft was het tekenend hoe Kore-eda zonder al te veel fanfare afstevende op die Gouden Palm, toch de hoogste prijs van het meest prestigieuze filmfestival ter wereld. Waar de keuzes van de jury meestal breed bediscussieerd en bekritiseerd worden, kreeg shoplifters als winnaar brede bijval. Deze kalme, bedachtzame film had het opgenomen tegen concurrenten met een stuk meer cinematografisch spierballenvertoon, maar stak daar schijnbaar als vanzelfsprekend met kop en schouders bovenuit.

Met terugwerkende kracht is nu te zien hoe Kore-eda de afgelopen decennia schijnbaar onafwendbaar naar deze hoogste onderscheiding heeft toegewerkt. Veel van zijn eerdere films draaiden al in competitie in Cannes, en hij ging er al drie keer met een 'kleinere' prijs naar huis. In 2004 won Yuya Yagira, de twaalfjarige hoofdrolspeler van nobody knows, de prijs voor beste acteur; in 2009 won zijn air doll de hoofdprijs in de tweede competitie Un Certain Regard; en in 2013 sleepte Kore-eda in de hoofdcompetitie de juryprijs (min of meer brons) in de wacht voor like father, like son. Met shoplifters won hij niet alleen eindelijk die Gouden Palm, maar sleept hij ook zijn eerste Oscarnominatie binnen in de categorie beste niet-Engelstalige film (hij moest het uiteindelijk afleggen tegen Alfonso Cuaróns roma).

Kruimeldieven

Ergens is het logisch dat het precies shoplifters is waarmee hij uiteindelijk die hoogste prijs binnensleepte, want de film is te beschrijven als een 'Best of Kore-eda', in beide betekenissen van die term: het biedt een bloemlezing uit thema's en motieven die hij eerder behandelde, maar het is ook een van meest complete, meest rijke en meest emotionerende films in zijn bedachtzame oeuvre.

Zoals in veel van Kore-eda's eerdere films staat een kleine familie centraal, maar zoals ook vaker in zijn werk is die familieband lang niet zo vanzelfsprekend als op het eerste gezicht lijkt. Opnieuw draait het om thema's als de kwetsbaarheid van familiebanden, om hoe zowel kennis als trauma's worden doorgegeven van generatie op generatie, om de complexe verbanden tussen bloedbanden en opvoeding.

shoplifters plaatst ons in een huishouden aan de grenzen van het legale leven, bij een 'familie van kruimeldieven', zoals de oorspronkelijke Japanse titel manbiki kazoku letterlijk te vertalen is. Met moeite houdt deze familie het hoofd boven water. Vader Osamu (Lily Franky), moeder Nobuyo (Ando Sakura) en jonge zoon Shota (Jyo Kairi) zijn een geoliede machine op hun uitstapjes als winkeldieven. Nobuyo’s inwonende jongere zus Aki (Matsuoka Mayu) werkt in een stripclub. En grootmoeder Hatsue (Kirin Kiki) draagt haar steentje bij via pensioenfraude. Het wankele evenwicht waarin dit gezin leeft, krijgt een zetje wanneer ze een jong meisje (Miyu Sasaki) in huis nemen – Osamu en Shota kidnappen haar wanneer ze dagen achtereen zien hoe ze wordt verwaarloosd en mishandeld door haar ouders.

 

Bloedbanden

Kore-eda veroordeelt zijn personages nergens – niet voor hun uit nood geboren kleine criminaliteit, en ook niet voor de zwaardere delicten in hun verledens die gaandeweg aan het licht komen. In plaats daarvan benadrukt hij telkens weer de liefdevolle onderlinge verhoudingen in dit gezin. Impliciet zet hij zo vraagtekens bij de vanzelfsprekendheid waarmee, zeker in zijn thuisland Japan, bloedbanden worden gezien als sterker dan andere relaties. Zonder nadruk benadrukt Kore-eda zo waar ook Nobuyo op een gegeven moment hardop over mijmert: “Misschien is de band juist wel sterker als je je eigen familie kiest.”

Ook dat is een terugkerend thema in Kore-eda's films, en meteen ook een groot verschil tussen hem en die Japanse grootmeesters uit eerdere generaties. De gezinnen in Kore-eda's films zijn vrijwel altijd op de een of andere manier onvolledig of gebroken. Dat begon al direct bij zijn allereerste speelfilm maborosi (1995), waar hij zich op stortte na een studie literatuur en enkele jaren als maker van televisiedocumentaires. Die film draait om het lang uitgerekte rouwproces van een jonge vrouw wier echtgenoot overlijdt, kort na de geboorte van hun eerste kind. Omdat hij onder een trein is terechtgekomen, blijft de verdenking van zelfmoord boven zijn dood hangen. Zelfs jaren later, wanneer ze is hertrouwd en met haar nieuwe man en zoontje Yuichi naar de kust is verhuisd, blijft zijn dood aan haar vreten.

 

Herinneringen

De dood en afwezigheid bleven een belangrijke rol spelen in al zijn volgende films. Kore-eda's tweede speelfilm after life (1998) speelt zich zelfs letterlijk af in het hiernamaals. In Kore-eda's visie worden de doden verwelkomt in een ambtenarij-achtig kantoorpand, waar een team klaar zit om hun favoriete herinnering te recreëren. Wanneer dat volbracht is, komt de dode tot rust in die herinnering, wat vanaf dan het enige moment is dat hij of zij nog meeneemt. Het is de meest letterlijke uitvoering van een stelling die in veel van Kore-eda's latere werk blijft terugkomen: herinneringen zijn het meest waardevolle bezit van een mens.

De vormexperimenten van die twee eerste films zette Kore-eda nog voort in distance (2001), een op waarheid gebaseerd mozaïekverhaal over een groep sekteleden die een zelfmoordaanslag voorbereiden. Pas met nobody knows (2004) stapte hij uit volle overtuiging in het genre van de familiefilm waarmee hij zijn reputatie zou vestigen. Net als distance is de film gebaseerd op ware gebeurtenissen, in dit geval op een in de Japanse pers breed uitgemeten zaak van een moeder die haar vier heel jonge kinderen had achtergelaten. De film draait om de twaalfjarige Akira, die plotseling de zorg voor zijn jongere broertje en zusjes moet dragen. Tekenend voor Kore-eda's afgewogen stijl als maker is dat hij de meest lugubere feiten van de schokkende zaak in zijn gefictionaliseerde versie achterwege laat.

Ook in hana (2006), Kore-eda's enige uitstapje naar een historische film en naar het samoerai-genre en zijn enige speelfilm die niet in Nederland werd uitgebracht, blijft die terughoudende stijl overeind. De samoerai die centraal staat is weliswaar op wraak uit, maar valt alleen met de grootst mogelijke tegenzin terug op geweld. En de film heeft uiteindelijk evenveel oog voor het simpele leven van de inwoners van de achterbuurt waar de strijder zich verschuilt, dan voor de gevechten dat bij zo veel andere filmmakers de vertelling voort zouden stuwen.

 

Weloverwogen

Die uitgebeende en humanistische vertelstijl is vervolgens meer en meer een kenmerkend element van Kore-eda's films geworden. In still walking (2008) valt zelfs vrijwel geheel geen plot te bespeuren. In plaats daarvan brengen we gewoon tijd door met de leden van een ogenschijnlijk doorsnee gezin: twee gepensioneerde ouders, hun volwassen zoon en dochter, en hun respectievelijke echtgenoten en kinderen. Het grote dramatische incident van de film blijft bovendien buiten beeld, en vond bovendien al plaats vijftien jaar voor de 24 uur in hun levens die deze film toont. Toen overleed namelijk de oudste zoon in het gezin, die omkwam toen hij een ander kind redde van de verdrinkingsdood.

De gemengde ontvangst van Kore-eda's volgende film air doll (2009) toont dat de terughoudende aanpak die de regisseur had ontwikkeld voor een groot deel afhankelijk is van hoezeer de kijker zichzelf in de personages kan herkennen. Dat bleek bij dit hedendaagse sprookje over een opblaasbare sekspop die tot leven komt voor veel mensen een stap te ver. Toch draait de film in zijn kern om twee van de thema's – de onafwendbaarheid van de dood en de fundamentele eenzaamheid van het leven – die bij Kore-eda zo vaak centraal staan.

Het waren vooral zijn daaropvolgende vier films die de reputatie die Kore-eda vandaag de dag heeft, bevestigden. Ze volgden de lijn die hij met nobody knows en still walking had ingezet, zowel in Japan als internationaal zijn meest succesvolle films. In alle vier werkte hij bovendien samen met de legendarische actrice Kirin Kiki, die in shoplifters haar laatste rol zou spelen: ze overleed kort na de opnames op 75-jarige leeftijd aan kanker.

Vooral deze vier films vestigden Kore-eda's naam als 'kleinzoon van Ozu', in hun weloverwogen vertelstijl en vooral in hun onderwerpkeuze. Twee jonge broertjes die na de scheiding van hun ouders in verschillende steden opgroeien in i wish (2011). Twee gezinnen die ontdekken dat hun inmiddels zes jaar oude zoons bij hun geboorte zijn verwisseld in like father, like son (2013). Drie volwassen zussen die na de dood van hun vader hun vijftienjarige halfzusje in huis nemen in our little sister (2015). En een gescheiden man die na de dood van zijn vader voorzichtig de draad van zijn leven probeert op te pakken in after the storm (2016).

Na die vier films was het voor Kore-eda blijkbaar weer tijd voor een uitstapje naar een genre waarin hij niet eerder gewerkt had. Dat werd the third murder, een mengeling van moordmysterie en rechtbankdrama die in 2017 in première ging op het Filmfestival Venetië en slechts enkele maanden voor shoplifters in de Nederlandse bioscopen draaide. Maar ook wanneer hij ogenschijnlijk ver van zijn vertrouwde familiedrama's wegdrijft, blijft Kore-eda in feite dicht bij de kern van zijn kunstenaarschap. Alle thrillerintriges en juridische touwtrekkerij ten spijt, draait the third murder uiteindelijk om een getroebleerde gezinsband.

 

Kabbelend

In veel recensies van de films van Kore-eda vallen woorden als 'bedachtzaam' of 'kabbelend', en nooit is dat een klacht. Het was wellicht die kalmte van geest die maakte dat Kore-eda in eerste instantie schrijver wilde worden, voordat hij via het maken van tv-documentaires bij de cinema belandde. Naar die voornamelijk sociaal geëngageerde documentaires wijst Kore-eda nog altijd als een vormend element voor zijn filmstijl, die is gestoeld op zorgvuldige observatie van de wereld.

Dat kalme ritme is een van de belangrijkste kenmerken van Kore-eda's cinema. Het lijkt een directe uiting van Kore-eda's eigen persoonlijkheid – voor vrijwel al zijn films is hij niet alleen zelf de schrijver en regisseur, maar is hij ook verantwoordelijk voor de montage. In interviews uit hij zich al even bedachtzaam: hij denkt zorgvuldig na over iedere vraag, en begint pas met spreken als hij een afgewogen antwoord paraat heeft.

Diezelfde bedachtzaamheid is de basis voor zijn films, die zonder opgeklopt drama of grootse filmische gebaren toch diepe emoties weten aan te roeren. Het is een stijl die nog het best te omschrijven is als 'organisch'. Dat geldt zeker voor Shoplifters. De film is een breekbare opeenstapeling van intieme, vluchtige, magisch-alledaagse momenten, die elk een bouwsteen blijken in een bijna terloops gebracht, maar daarmee niet minder indrukwekkend geheel. Met recht een meesterwerk.

 

 

Filmografie

shoplifters (manbiki kazoku, 2018)

the third murder (sandome no satsujin, 2017)

after the storm (umi yori mo mada fukaku, 2016)

ishibumi (tv-documentaire, 2015)

our little sister (umimachi diary, 2015)

like father, like son (soshite chichi ni naru, 2013)

Going My Home (tv-miniseries, 2012)

fukushima kara no messêji (korte documentaire, 2012)

i wish (kiseki, 2011)

Ayashiki bungô kaidan (tv-serie, 2010)

air doll (kûki ningyô, 2009)

cocco (daijôbu de aruyô ni: cocco owaranai tabi, documentaire, 2008)

still walking (aruitemo aruitemo, 2008)

hana (hana yori mo naho, 2006)

nobody knows (dare mo shiranai, 2004)

distance (disutansu, 2001)

after life (wandafuru raifu, 1998)

without memory (kioku ga ushinawareta toki, tv-documentaire, 1996)

maborosi (maboroshi no hikari, 1995)

august without him (kare no inai hachigatsu ga, documentaire, 1994)

lessons from a calf (mou hitotsu no kyouiku - ina shogakkou haru gumi no kiroku, documentaire, 1991)

however... (shikashi - fukushi kirisute no jidai ni, documentaire, 1991)

Nonfix (tv-serie documentaire, 1989)

 

 

BEELD uit ons archief

 

SHOPLIFTERS

THE THIRD MURDER

AFTER THE STORM

LIKE FATHER, LIKE SON

I WISH

AIR DOLL

STILL WALKING

NOBODY KNOWS

DISTANCE

AFTER LIFE

MABOROSI