Meer dan één formidabele truc

Auteur van het Jaar: Christopher Nolan

Gudo Tienhooven

Alsof zijn leven ervan afhangt, trekt cineast Christopher Nolan ten strijde tegen de luie sofa als alternatieve bioscoopstoel. Ook wanneer een pandemie de halve planeet platlegt. Met wat duwen en trekken kreeg hij het als enige in 2020 voor elkaar een peperdure publieksmagneet te lanceren in de theaters. Het tijd buigende Tenetverblufte en frustreerde, maar hield boven alles de filmwereld wakker op een cruciaal moment. 

“Ik kan het nog steeds niet geloven. De grootste filmmakers en acteurs hebben in sommige gevallen jaren gewerkt aan projecten die hen ontzettend nauw aan het hart liggen… projecten die bedoeld zijn om op het grote doek te laten zien.” De Brits-Amerikaanse Christopher Nolan, die in 1999 tijdens het Filmfestival Rotterdam nog blozend een Tiger Award in ontvangst nam voor zijn praktisch zonder geld geschoten Following, is pissig. Warner Bros. maakte net bekend alle titels, groot en klein, in 2021 gelijktijdig in de bioscoop én op HBO MAX (momenteel nog niet actief in Nederland) uit te brengen. Een “goedkope promotiestunt voor een nog waardeloze streamingdienst”, aldus Nolan, die zelf negen keer samenwerkte met de productiereus. Een van die vruchten is in meer dan één opzicht, wat je er ook van vindt, dé film van 2020: het duizelingwekkende Tenet.

De regisseur en scenarist, die zijn uitspraken begin december deed in verschillende toonaangevende filmbladen- en websites als The Hollywood Reporter en Deadline, ziet in Warners besluit het begin van het einde voor het instituut bioscoop. Hij gaat zelfs zo ver door te stellen dat de coronapandemie wordt ‘misbruikt’ om in crisistijd toch nog enig financieel voordeel te halen. “De branche wordt hier niet gezonder van. Maar zodra het vaccin er is en mensen weer naar de theaters gaan, ben ik ervan overtuigd dat de industrie het gaat redden.”

Dunkirk (2017)

Soldaten van karton
Het zegt alles over de in 1970 geboren cinemapurist die als jochie met zijn vader geregeld de Odeon van het Londense Leicester Square bezocht waar hij omver werd geblazen door witte-doekklassieker 2001: A Space Odyssey en het James Bond-avontuur The Spy Who Loved Me. Dat overdonderde gevoel moest hij zien te evenaren. Eerst aan de keukentafel met het Super8-toestel van pa en zelf geknutselde sets van schoenendozen, later door loodzware IMAX-camera’s de lucht in te hijsen om zo dicht mogelijk bij de sensatie van vliegen in een klassieke Spitfire te komen. Zie de oorlogsfilm Dunkirk uit 2017.

Niks lui leunen op gewichtloze computer gegenereerde beelden. Als het even kan, is alles handwerk. Met één muisknop kan je ergens een compleet leger neerzetten, maar voor Dunkirk werd een strand volgebouwd met soldaten van karton. Dat ziet er vanuit de lucht nét even tastbaarder uit. En in zijn Batman-meesterstuk The Dark Knight (2008) zorgt The Joker (legendarische schurkenrol van wijlen Heath Ledger) ervoor dat de vrachtwagen waar zijn tegenstanders zich in bevinden door een over de weg gespannen kabel een sensationele koprol maakt. Digitale trucages zijn opnieuw taboe. Hoe waarachtiger, hoe meer de kijker voelt. Ook al kost het klauwen met geld.

En Nolan kríjgt klauwen met geld. Zowel het publiek (zijn films brachten samen een slordige 5 miljard dollar op) als de critici dragen hem op handen. Niet alleen vanwege de prachtige buitenkant, juist ook vanwege de uitdagende binnenkant van zijn werk. Zijn naam is al jaren een merk dat staat voor voelen én denken. Inception uit 2010 met Leonardo DiCaprio die verdwaalt in een complex droomlabyrint, is zowel een publiekstrekker als een voedingsbodem voor duizenden uitlegvideo’s op YouTube. Dan ís er ook ruimte voor een missie om de bioscoop de enige plek te laten zijn waar film volledig tot zijn recht komt.

Following (1998)

Visuele knalfuif
Dat al voor zijn pittige uitspraken van december 2020 enige frictie met Warner Bros. ontstond, heeft hier alles mee te maken. Ook zijn meest recente wapenfeit, Tenet, moest en zou – corona of niet – voor die ultieme kijkervaring in de theaters gaan draaien. Zelfs met een zeer beperkte toegang tot de bioscoop (in Nederland dertig man per zaal). Het betreft uiteraard een monstergok, vanwege het productiebudget van zo’n 170 miljoen euro. Warner trok bij die gedachte wit weg, Nolan trok aan het langste eind. Een grotere meneer in deze industrie kan je bijna niet zijn. Of je bent Disney, het rijkste jongetje van de klas, die 2020-troef Mulan (een live-action bewerking van de animatieclassic) toch liever maar meteen op zijn eigen streamingplatform (Disney+) knalde.

‘Gaat Tenet de cinema redden?’ werd even heel trendy om te roepen. Best een terechte, maar ook wat nietszeggende kreet. Wie de korte termijn aanschouwt, kan die vraag inmiddels met ‘nee’ beantwoorden. Nolans elfde film, een visuele knalfuif en (onmogelijke?) puzzelthriller ineen, moest volgens een snelle rekensom wereldwijd zo’n 450 miljoen euro binnen harken om uit de kosten te komen. Veel cinefielen, onder wie ook hordes Nederlanders, grepen hun kans. Hij werd zelfs op 70mm vertoond in Eye Filmmuseum en KINO. Internationaal pakte de gok aanzienlijk minder goed uit.

Dit was natuurlijk een flop nog vóór de première in augustus een feit was. Of om in passende filmanalogieën te blijven: de uitkomst van deze missie stond à la Tenet al zo goed als vast. Maar wie iets verder kijkt dan zijn neus lang is, sluit zich aan bij de gedachte dat de bioscopen dan maar laten stikken misschien ook geen goede optie is. En over voelen gesproken: Tenet zorgde in een rampjaar toch even voor die heerlijke anticipatiestemming. ‘Een nieuwe Nolan, de plot is nog een mysterie, wat gaan we met z’n allen beleven in die grote donkere ruimte voor dat kollossale witte doek? Nog één nachtje slapen…!’ Wie de bioscoop een warm hart toedraagt, moet dat gevoel herkennen, vasthouden en blijven hopen dat we het in de nabije toekomst weer opnieuw en vaker mogen ervaren.

(Interstellar 2014)

Temporale tangbeweging
Was het de moeite van al dat wachten (hoewel, uitzien naar James Bond in No Time To Die, dát is pas wachten!) eigenlijk wel waard? Tenet, inmiddels te zien op verschillende video-on-demand-diensten – inderdaad, de o zo gewraakte thuisbioscoop – is op de populaire filmwebsite IMDb Nolans minst gewaardeerde titel uit zijn collectie blockbusters (dus Following en Insomnia niet meegerekend). Dat zijn plots niet allemaal even makkelijk te doorgronden zijn, zeker als je het bij één kijkbeurt houdt, wisten we al. Maar wie dacht dat YouTube vooral volstond met Memento of Inception voor dummies? Over de nieuwe puzzel lijkt iedereen met een uitlegfilmpje op de videodienst elkaar tegen te spreken. Is Tenet ‘simpelweg’ te gecompliceerd?

Snapt de auteur van dit verhaal de film dan wel volledig? Absoluut niet. De vraag moet volgens mij zijn: wíl de kijker en dus ook de auteur van dit verhaal, de film snappen? Of: prikkelt Tenet voldoende om hem nóg eens aan te zetten, pardon, te ervaren? Het geraamte is nog zo overzichtelijk: een geheim agent (acteur John David Washington) moet de Russische Sator (een schurk zonder grijstinten, moddervet gespeeld door Kenneth Branagh) tegenhouden om een Derde Wereldoorlog te voorkomen. Hij ziet zich daarbij gedwongen gebruik te maken van inversie: het buigen van tijd. In deze film vliegen kogels terug het wapen in. Dat is nog helder. Het wordt al lastiger zodra de ‘temporale tangbeweging’ wordt geïntroduceerd. In de climax werken twee legers aan dezelfde operatie, alleen bewegen ze in tegenovergestelde richting van elkaar door de tijd. En dan nóg is dat slechts het topje van een door Escher ontworpen ijsberg.
Het visuele resultaat is, mede dankzij de Nederlandse cameraman Hoyte van Hoytema, sensationeel. De belofte dat je in dat opzicht waar krijgt voor je IMAX-bioscoopkaartje, wordt beslist ingelost. Het gebeurt niet vaak dat Hollywood je écht iets nieuws voorschotelt en alleen daarom al is het afkraken van Nolans werk door filmpuristen eigenlijk een doodzonde. 

Om het inversieconcept zo waterdicht mogelijk te maken (dat moet zijn grootste angst zijn: betrapt worden op plotgaten) riep de regisseur de hulp in van theoretisch-fysicus Kip Thorne die hem ook een handje hielp bij het schrijven van zijn sciencefictionepos Interstellar (2014). Ambitieus, al kan je je afvragen of hier niet te veel tijd in is gaan zitten. Nolan is zijn publiek weer eens te slim af, maar daar kun je tegenin brengen dat er soms dusdanig geen touw aan vast te knopen is, dat de makers op die manier met elke plotbocht kunnen wegkomen. Is het brein achter Tenet verstrikt geraakt in zijn eigen temporale tangconstructies? Bovendien kan je moeilijk zeggen dat het hele schouwspel ook een doorleefd emotionele kern bevat. Washingtons protagonist wordt de beschermheer van Sators echtgenote (Elizabeth Debicki). Zij heeft een zoontje dat de speelbal wordt tussen zijn angstige moeder en doorgedraaide vader. Het is een nogal geforceerde emo-injectie die je maar niet door je aderen voelt stromen. Affectie met de personages kan er uiteindelijk voor zorgen dat je een film niet alleen in je hoofd, maar ook in je botten meeneemt naar huis. Het kan die prikkel zijn hem wél nog een keer te zien.

Tenet (2020)

Droomdieven
Toch is de kritiek dat Christopher Nolan per definitie kille, afstandelijke producties maakt, wat vals. De fusie tussen plotstructuur en humaniteit komt niet altijd uit de verf, maar zijn films zijn zelden alleen maar enigma’s. Memento(2001) is niet alleen ‘die slimme film die achterstevoren wordt verteld’. Guy Pearce speelt Leonard Shelby, een man wiens leven is gereduceerd tot die ene, enige en eeuwige behoefte zijn vermoorde vrouw te wreken. De tragiek: hij kan zich nooit meer dan één etmaal aan gebeurtenissen herinneren. Wat is zo’n levensdoel dan waard? Dat Nolan ons de scènes in omgekeerde volgorde presenteert, brengt de kijker in een even grote staat van verwarring als Leonard. Wij weten namelijk nooit direct wat er aan een getoonde ontwikkeling voorafging.

De vraag waar Inception het publiek mee wegstuurt, is of DiCaprio’s personage Dominic Cobb nu wakker is of slaapt. In een mooie vondst beschikken alle droomdieven in Nolans film over een persoonlijk voorwerp waarmee ze werkelijkheid van fictie kunnen onderscheiden. In het laatste shot geeft Cobb een tolletje (de totem van zijn vrouw) een zwieper, even voor een langverwachte hereniging met zijn kinderen. Dat de camera niet achter hem aan reist om die reünie vast te leggen, maar inzoomt op het spinnende voorwerp, is een soort hinderlaag. Blijft ‘ie nou tollen of valt ‘ie om? De aftiteling breekt in dus we zullen het nooit weten. De openbaring is hier natuurlijk dat het er niet toe doet. Althans, niet voor Cobb die net als Leonard in Memento zijn doel heeft bereikt. Of hij het droomt of het zich de volgende dag niet langer kan herinneren, is niet meer van belang.

The Dark Knight (2012)

Meer dan slimdoenerij
Wat Nolan in bloedvorm doet, is zoveel meer dan slimdoenerij. De complexiteit heeft een functie, het ligt verankerd in emotie. In dat opzicht is eigenlijk Interstellar zijn meest volmaakte film. Het maakt niet uit of je al het gejongleer met morsecodes, singulariteiten en zwarte gaten kan bijbenen. Wat we allemaal begrijpen is dat Matthew McConaughey’s Cooper, ver weg in de kosmos, compleet breekt wanneer hij videobelt met zijn dochter Murph, die vanwege al dat gejongleer met de natuurwetten ineens even oud oogt als hijzelf. Nolan kwam nooit dichter bij een traan dan in die bewuste scène. Alles komt samen in zijn eigen ‘space odyssey’: de obsessie met fysica, de kneedbaarheid van tijd – ook Dunkirk speelt met meerdere tijdslijnen en in zijn recht-toe-recht-aan-thriller Insomnia uit 2002 verliest Al Pacino zijn grip op tijd en ruimte door een gebrek aan slaap in een gebied waar de duisternis nooit valt – en getroebleerde helden.

In die laatste categorie mag zijn Batman-trilogie (met Batman Begins, The Dark Knight en The Dark Knight Rises) niet onvermeld blijven. De in 2020 overleden regisseur Joel Schumacher liet met Batman & Robin in 1997 de gemaskerde stripfiguur achter als een primitief actiefiguurtje in een met tepels voorzien harnas. In handen van Nolan werd het een tragische figuur, een man met een existentiële crisis die verantwoordelijkheid neemt voor zijn soms dubieuze handelen. In The Prestige (2006) verliezen twee illusionisten (Christian Bale en Hugh Jackman) zichzelf in een ongezonde concurrentiestrijd. Het gaat niet alleen in oppervlakkige zin over obsessie, het durft te gaan over de verbittering die daaruit voortvloeit. Dat geldt ook voor zijn debuutfilm Following over een man die uit nieuwsgierigheid wildvreemden volgt om inspiratie te vinden voor zijn nieuwe boek. Langzaamaan groeit het besef dat de schrijver zélf de hoofdrol speelt in een ander verhaal. Het heeft meer dan één formidabele truc in petto, waardoor je nooit kijkt naar een psychoanalyse. Voor amusement blijft altijd alle ruimte. Dat de dialogen toch soms klinken als de preek van een iets te zelfgenoegzame docent, neem je dan voor lief.

Haal corona en het feit dat studiogiganten zich meer en meer concentreren op hun eigen onlinediensten, niet te veel door elkaar. Dat laatste verschijnsel waart al langer rond. Christopher Nolans bezorgdheid om de toekomst van de bioscoop is terecht en hij is maar wat graag het vaccin. Als eenzame auteur in blockbusterland trekt hij ten strijde tegen de luie sofa als bioscoopstoel zoals Batman tegen het onkruid van Gotham City. Hij dwingt die trip naar het filmtheater bijna af met instrumenten als 70mm-beelden, IMAX, groots spektakel en geluidseffecten die elke speaker in de zaal maximaal benutten, zodat alle zintuigen wagenwijd open staan. Maar gelukkig ook met voldoende vertelkunst. Een personage in Tenet zegt het letterlijk: het is geen kwestie van begrijpen, maar van voelen.